Terug naar boven
Daarnaast heeft BPD aandacht voor groenvoorzieningen en gemeenschappelijke buitenruimtes. “We zijn bijvoorbeeld voorstander van hofwoningen voor ouderen, met een gedeelde binnentuin. Dat heeft natuurlijk sociale voordelen, maar bevordert ook de veiligheid doordat de tuin omringd is door woningen. In de stad zorgen we voor een juiste mix van voorzieningen. Onder andere in De Caai verbeteren we de straten, groenvoorzieningen en veiligheid. Daar hoort ook het aanstellen van een communitymanager bij.”
Marleen vindt haar huidige flat inmiddels minder passend. Haar kinderen zijn het huis uit en ze heeft een latrelatie. Als ze mocht kiezen, zou Marleen haar huidige huurhuis inruilen voor een kleinere, goedkopere woning in de buurt. “Nu moet ik dingen laten, zoals op vakantie gaan, en kan ik mijn studerende kinderen geen extra financiële steun geven. Zo’n kleiner huis is alleen niet te vinden. Alles in de huidige middenhuur begint bij 1100 of 1200 euro. Ook de voorrangsregel voor mensen uit het onderwijs bij het zoeken van een woning helpt mij niet, omdat deze bedoeld is voor jonger onderwijspersoneel. Daarom blijf ik voorlopig zitten waar ik zit, ook al laat het onderhoud te wensen over. Vroeger, zo hoor ik van oudere bewoners, was er nog een huismeester waar je naartoe kon. Ik heb schimmel in de badkamer, mijn kraan draait door en op een gegeven moment denk je; laat maar ik doe het zelf wel want ik krijg steeds iemand aan de lijn bij het vastgoedbedrijf die geen idee heeft hoe het er hier uitziet en wat kan helpen.”
Marleen en haar vrouw gaan uit elkaar in 2011. Een betaalbaarhuis vinden is vervolgens moeilijk. Ze kan een aantal maanden terecht bij vrienden en familie en vindt uiteindelijk een huurhuis in Diemen. “Ons koophuis stond flink onderwater, dus van uitkopen was geen sprake. In die tijd was de woningmarkt volledig ingeklapt. Ik moest noodgedwongen in een lastige huurmarkt op zoek naar een nieuwe woning voor mijzelf en mijn kinderen. Omdat het ondertussen pubers waren, was het belangrijk dat ze allebei een eigen slaapkamer hadden.” In het huurhuis wat ze toen vond, woont ze nog altijd. Een flat van 85 vierkante meter in een gebouw met in totaal 64 woningen, huur en koop. De huurwoningen zijn van een vastgoedbedrijf uit Nijmegen. Het aantal huurwoningen wordt steeds minder, zo valt Marleen op, want voor elke huurder die vertrekt ziet ze een koper in de plaats komen. “In het begin werden de flats voor 245.000 euro verkocht, inmiddels is dat boven de 400.000 euro.”
In 2000 trouwt Marleen en verhuist met haar gezin naar een huurwoning in de vrije sector in Diemen. “Ik omschrijf het zelf als een gestapelde eengezinswoning. Wij woonden op twee- en driehoog, en onder ons woonden mensen op een- en tweehoog. We hadden drie grote slaapkamers en een grote badkamer op de bovenste verdieping en op de verdieping daaronder een keuken, huiskamer, douche en wc.” In de gezinswoning in Diemen beleeft ze fijne jaren. “Er werd ons destijds meerdere malen aangeboden om het huis te kopen van de woningbouwcorporatie, maar daar hadden we het geld niet voor. Ik werkte als leerkracht in het basisonderwijs en mijn vrouw in de zorg.” Uiteindelijk lukt het hen dankzij een bescheiden erfenis om in 2010 toch een eigen, nog ruimere gezinswoning te kopen in Diemen.
Dan is er nog de huurprijs, die in 2011 nog 652 euro netto per maand was. Inmiddels is dat rond de 1000 euro, zonder servicekosten en kosten voor gas, water en licht. “Ik maak me het meest zorgen over de toekomst. Ik ben 60 en zou graag de komende jaren parttime willen werken om gezond richting mijn pensioen te gaan. Dat kan alleen niet, omdat mijn huur jaarlijks met 100 euro stijgt vanwege de inkomensafhankelijke huurverhoging die de verhuurder doorberekend. Wegens het lerarentekort werk ik nu bijna fulltime en heb ik, net al andere collega’s, een terechte loonsverhoging gekregen. Mijn inkomen is dus flink gestegen. Door de inkomensafhankelijke, extra huurverhoging van 100 euro loopt mijn huur nu enorm op. Tegen de tijd dat ik met pensioen ben, gaat de huur over de 1300 euro per maand. En als ik parttime ga werken, gaat mijn huur niet omlaag; want er bestaat geen huurverlaging wegens minder inkomen. Wat mij echt zou helpen is regulering van de middenhuur, zoals de plannen nu zijn. Ik zou met plezier naar een kleinere, meer betaalbare woning verhuizen. Die kans is groter als voor meer woningen weer een eerlijke huurprijs wordt gevraagd, in plaats van de extreem dure prijzen nu. Ik ben nog niet in paniek, maar het zou mij enorm helpen als er een maximum huurprijs voor middenhuur wordt ingesteld voor de vrije sector.”
Het is begin jaren tachtig als Marleen is afgestudeerd aan de Pabo in Amsterdam en op zoek gaat naar werk. In een tijd dat de banen in het basisonderwijs niet voor het oprapen liggen, laat ze noodgedwongen haar geliefde Amstelveen achter zich en vertrekt naar Zeeland. Een huurhuis is makkelijk te vinden en een baan ook, daar ligt het niet aan. Het is de stad die ze mist en dus keert ze na een tijdje terug. Ze vindt alsnog een baan en huurt een flat in Amstelveen. “Er was in die tijd nog helemaal geen sprake van de termen ‘sociale huur’ en ‘middenhuur’. Je stond ingeschreven bij de gemeente en na een tijd kwam je in aanmerking voor een huurhuis. En de kosten vielen ook mee. Ik betaalde rond de 500 gulden per maand. De locatie, huurprijs en de grootte, zo’n 80 vierkante meter, waren perfect. Ik heb daar zo’n vier jaar gewoond. Tot het moment dat ik mijn eerste vriendin leerde kennen en ging samenwonen in Zuidoost. In een flat van honderd vierkante meter in de vrije sector, die nu zou vallen onder de noemer middenhuur. We betaalden rond de 800 euro per maand.”
Daarnaast heeft BPD aandacht voor groenvoorzieningen en gemeenschappelijke buitenruimtes. “We zijn bijvoorbeeld voorstander van hofwoningen voor ouderen, met een gedeelde binnentuin. Dat heeft natuurlijk sociale voordelen, maar bevordert ook de veiligheid doordat de tuin omringd is door woningen. In de stad zorgen we voor een juiste mix van voorzieningen. Onder andere in De Caai verbeteren we de straten, groenvoorzieningen en veiligheid. Daar hoort ook het aanstellen van een communitymanager bij.”
Marleen vindt haar huidige flat inmiddels minder passend. Haar kinderen zijn het huis uit en ze heeft een latrelatie. Als ze mocht kiezen, zou Marleen haar huidige huurhuis inruilen voor een kleinere, goedkopere woning in de buurt. “Nu moet ik dingen laten, zoals op vakantie gaan, en kan ik mijn studerende kinderen geen extra financiële steun geven. Zo’n kleiner huis is alleen niet te vinden. Alles in de huidige middenhuur begint bij 1100 of 1200 euro. Ook de voorrangsregel voor mensen uit het onderwijs bij het zoeken van een woning helpt mij niet, omdat deze bedoeld is voor jonger onderwijspersoneel. Daarom blijf ik voorlopig zitten waar ik zit, ook al laat het onderhoud te wensen over. Vroeger, zo hoor ik van oudere bewoners, was er nog een huismeester waar je naartoe kon. Ik heb schimmel in de badkamer, mijn kraan draait door en op een gegeven moment denk je; laat maar ik doe het zelf wel want ik krijg steeds iemand aan de lijn bij het vastgoedbedrijf die geen idee heeft hoe het er hier uitziet en wat kan helpen.”
Marleen en haar vrouw gaan uit elkaar in 2011. Een betaalbaarhuis vinden is vervolgens moeilijk. Ze kan een aantal maanden terecht bij vrienden en familie en vindt uiteindelijk een huurhuis in Diemen. “Ons koophuis stond flink onderwater, dus van uitkopen was geen sprake. In die tijd was de woningmarkt volledig ingeklapt. Ik moest noodgedwongen in een lastige huurmarkt op zoek naar een nieuwe woning voor mijzelf en mijn kinderen. Omdat het ondertussen pubers waren, was het belangrijk dat ze allebei een eigen slaapkamer hadden.” In het huurhuis wat ze toen vond, woont ze nog altijd. Een flat van 85 vierkante meter in een gebouw met in totaal 64 woningen, huur en koop. De huurwoningen zijn van een vastgoedbedrijf uit Nijmegen. Het aantal huurwoningen wordt steeds minder, zo valt Marleen op, want voor elke huurder die vertrekt ziet ze een koper in de plaats komen. “In het begin werden de flats voor 245.000 euro verkocht, inmiddels is dat boven de 400.000 euro.”
In 2000 trouwt Marleen en verhuist met haar gezin naar een huurwoning in de vrije sector in Diemen. “Ik omschrijf het zelf als een gestapelde eengezinswoning. Wij woonden op twee- en driehoog, en onder ons woonden mensen op een- en tweehoog. We hadden drie grote slaapkamers en een grote badkamer op de bovenste verdieping en op de verdieping daaronder een keuken, huiskamer, douche en wc.” In de gezinswoning in Diemen beleeft ze fijne jaren. “Er werd ons destijds meerdere malen aangeboden om het huis te kopen van de woningbouwcorporatie, maar daar hadden we het geld niet voor. Ik werkte als leerkracht in het basisonderwijs en mijn vrouw in de zorg.” Uiteindelijk lukt het hen dankzij een bescheiden erfenis om in 2010 toch een eigen, nog ruimere gezinswoning te kopen in Diemen.
Het is begin jaren tachtig als Marleen is afgestudeerd aan de Pabo in Amsterdam en op zoek gaat naar werk. In een tijd dat de banen in het basisonderwijs niet voor het oprapen liggen, laat ze noodgedwongen haar geliefde Amstelveen achter zich en vertrekt naar Zeeland. Een huurhuis is makkelijk te vinden en een baan ook, daar ligt het niet aan. Het is de stad die ze mist en dus keert ze na een tijdje terug. Ze vindt alsnog een baan en huurt een flat in Amstelveen. “Er was in die tijd nog helemaal geen sprake van de termen ‘sociale huur’ en ‘middenhuur’. Je stond ingeschreven bij de gemeente en na een tijd kwam je in aanmerking voor een huurhuis. En de kosten vielen ook mee. Ik betaalde rond de 500 gulden per maand. De locatie, huurprijs en de grootte, zo’n 80 vierkante meter, waren perfect. Ik heb daar zo’n vier jaar gewoond. Tot het moment dat ik mijn eerste vriendin leerde kennen en ging samenwonen in Zuidoost. In een flat van honderd vierkante meter in de vrije sector, die nu zou vallen onder de noemer middenhuur. We betaalden rond de 800 euro per maand.”